Stel je voor: ruige bergen, helderblauwe meren, frisse berglucht en knusse dorpjes waar je na een dag hiken geniet van een goed glas wijn. Klinkt goed? Dan moet je de Dolomieten in Noord-Italië echt eens bezoeken. Maar wat zijn de Dolomieten eigenlijk precies? Waar liggen ze, wat kun je er doen en waar moet je op letten als je een reis plant? In deze gids krijg je een compleet overzicht – inclusief handige tips, tools en plekken die je absoluut niet mag missen.
Wat zijn de Dolomieten?
De Dolomieten zijn een berggebied in het noorden van Italië. Ze maken deel uit van de Zuidelijke Alpen en zijn vernoemd naar het gesteente dolomiet. Dat geeft de bergen hun karakteristieke lichtgrijze kleur én die magische roze gloed tijdens zonsopkomst en -ondergang. Dit natuurwonder heet ‘enrosadira’ en je moet het eigenlijk een keer met eigen ogen zien.
Sinds 2009 staan de Dolomieten op de UNESCO Werelderfgoedlijst. Niet gek ook, want het landschap is spectaculair: scherpe bergpieken, diepe dalen, uitgestrekte weides en indrukwekkende kliffen.
Waar liggen de Dolomieten?
Je vindt de Dolomieten in Noord-Italië, verspreid over de regio’s Trentino-Zuid-Tirol, Veneto en Friuli-Venezia Giulia. Bekende plekken in of rond het gebied zijn Bolzano, Cortina d’Ampezzo, Ortisei en Canazei. De bergen liggen niet ver van de Oostenrijkse grens en dat merk je ook in de cultuur: een mix van Italiaans en Oostenrijks, met veel invloed van de Ladinische taal en keuken.
💡 Een aantal leuke weetjes over de Ladinische taal!
Er zijn ongeveer 39.000 mensen die deze taal spreken, het komt uit het Latijns. Goedemorgen zeg je als ‘Bun dé’ en ‘dankjewel’ is ‘giulan’.
Hoe kom je er?
Vanaf Nederland kun je prima met de auto naar de Dolomieten rijden, in zo’n 10 tot 12 uur. Houd wel rekening met tolwegen en vignetten in Oostenrijk of Zwitserland. Liever vliegen? Dat kan ook. Vlieg bijvoorbeeld naar Innsbruck, Venetië, Verona of Milaan. Daar huur je makkelijk een auto via Sunny Cars, zodat je flexibel bent en overal kunt komen.
👉 Lees hier meer over met het vliegtuig naar de Dolomieten
Bekende bergen en gebieden
Een van de bekendste plekken in de Dolomieten is Tre Cime di Lavaredo: drie gigantische rotsformaties die je vaak op foto’s ziet. Ook Marmolada mag je niet missen. Dat is met 3343 meter de hoogste berg van het gebied, compleet met gletsjer en kabelbaan. Tofana di Rozes is dan weer een droomplek voor via ferrata-liefhebbers. En in de buurt van Alpe di Siusi vind je de toppen van de Langkofel en Plattkofel, omringd door groene alpenweides.


Mooiste plekken om te ontdekken
Als je van natuur houdt, dan zit je hier helemaal goed. Neem Lago di Braies, een bergmeer zo blauw dat je denkt dat het gefotoshopt is. Of de Alpe di Siusi, de grootste bergweide van Europa, waar je heerlijk kunt wandelen tussen de bloemen en koeien met bellen. In Val Gardena kun je ’s winters skiën en ’s zomers hiken. En Cortina d’Ampezzo is een chique bergdorp waar je lekker kunt eten en winkelen.
💡 Handige tip! Gebruik Komoot of AllTrails om wandelroutes te vinden. Je kunt er zelfs kaarten offline opslaan.
Wanneer moet je gaan?
De Dolomieten zijn eigenlijk het hele jaar door mooi, maar wat je wilt doen bepaalt het beste seizoen. Het seizoen in de Dolomieten is niet zoals de rest van het jaar. De winters zijn hier langer en het hoogseizoen in de zomer loopt van juni tot en met september.
Zomer
Tussen juni en september is het ideaal voor wandelingen, klimmen en fietsen. Het is meestal droog en zonnig, met temperaturen tussen de 20 en 28 graden. Alles is dan open, van berghutten tot kabelbanen.
Herfst
In september en oktober zijn de herfstkleuren echt spectaculair. Het is er dan ook lekker rustig, want de zomervakantie is voorbij. Houd er wel rekening mee dat sommige hutten sluiten.
Winter
Van december tot maart verandert het gebied in een wintersportparadijs. Het Dolomiti Superski-gebied heeft meer dan 1200 kilometer aan pistes. Of je nu komt voor skiën, snowboarden of sneeuwschoenwandelen: er is voor ieder wat wils.


Lente
April en mei zijn een beetje een tussenfase. In het dal bloeit alles op, maar in de bergen ligt vaak nog sneeuw. Het is er dan lekker rustig, al zijn sommige wandelpaden nog niet goed begaanbaar.
Slimme tips voor onderweg
Als je met de auto gaat, vergeet dan niet een vignet te regelen voor Oostenrijk of Zwitserland. En check van tevoren of de bergpassen open zijn, want die kunnen ’s winters gesloten zijn. Qua weer moet je flexibel zijn. In de bergen kan het weer snel omslaan, dus neem altijd laagjes mee. Check het weer met apps als Bergfex of MeteoBlue.
Voor routes gebruik ik zelf Komoot en AllTrails. Handig, want je kunt routes downloaden en offline gebruiken.
En wat je aan moet? In de zomer: wandelschoenen, laagjes, zonnebrand en een regenjas. In de winter: thermokleding, skikleding, sneeuwkettingen voor de auto en een goede muts. Je vindt alles wat je nodig hebt bij Bever of Decathlon.
Waar slaap je?
Van luxe hotels tot eenvoudige berghutten: in de Dolomieten is voor ieder wat wils. In dorpen als Ortisei, San Candido en Canazei zit je altijd goed. Zoek je iets rustiger, kijk dan naar agriturismo of rifugi (berghutten) waar je soms letterlijk aan het einde van de wereld zit.
Wat kun je allemaal doen?
Er is genoeg te beleven, het hele jaar door. In de zomer kun je eindeloos wandelen, fietsen of klimmen. De bergen zitten vol avontuurlijke via ferrata-routes, bergmeren waar je kunt suppen of kajakken, en panoramische wandelpaden die je urenlang bezighouden. Je komt onderweg langs alpenweides vol bloemen, grazende koeien en misschien wel een marmot die net even uit z’n hol piept.
Ben je meer een adrenaline junkie? Dan kun je mountainbiken over smalle trails of paragliden vanaf een van de hoge pieken. Voor wie liever iets rustiger aan doet, zijn er prachtige panoramische liften die je zonder moeite naar het hoogste uitzicht brengen.
In de winter duik je de pistes op, of je nu houdt van skiën, snowboarden of gewoon met een slee naar beneden wilt racen. De Dolomiti Superski-regio is een paradijs voor wintersporters, met honderden kilometers pistes en goed verzorgde liften. En als je het liever buiten de gebaande paden zoekt, kun je ook sneeuwschoenwandelen, langlaufen of zelfs een tocht maken met een hondenslee.
Daarnaast zijn er ook tal van georganiseerde activiteiten. Denk aan zonsopgangwandelingen waarbij je in alle stilte de eerste zonnestralen over de bergen ziet glijden, culinaire wandelingen langs berghutten met lokale specialiteiten, of een wijnproeverij in een traditionele wijnkelder in Zuid-Tirol. Ook leuk: met een gids de bergen in voor een via ferrata of gletsjertocht.
Handige checklist voor je paklijst
Wat je meeneemt hangt af van het seizoen, maar een paar dingen zijn altijd handig: paspoort, wandelschoenen, zonnebril, zonnebrand, regenjas, offline kaarten, en een goede verzekering. Ga je in de winter, vergeet dan je skikleding, handschoenen en kettingen niet voor je banden.